Nederlands voor gezondheidszorg

Stagiaire: Pardon, ik ben verdwaald. Ik zoek de kamer van mijn patiënt. Kun je me vertellen waar die is?

Medewerker: Natuurlijk! Welke patiënt?

Stagiaire: Meneer Martin, ik moet zijn behandeling uitvoeren.

Medewerker: Ah ja, meneer Martin. Hij woont in kamer 238 op de tweede verdieping. 

Stagiaire: En waar is dat?

Medewerker: Ik zal het je laten zien op de plattegrond. Je moet door de hal om de lift te nemen. Als je op de tweede verdieping uit de lift stapt, ga je rechtsaf langs de personeelskamer. Aan het eind van de hal ga je rechtsaf en is het de derde kamer aan de linkerkant.

Stagiaire: Ik heb een stoel nodig. Hoe kom ik bij de voorraadkamer?

Medewerker: Die is op de begane grond. De tweede deur rechts van de lift. 

Stagiaire: Dank je. Ik waardeer je hulp.

Medewerker: Geen probleem. Het is normaal om de eerste keer te verdwalen, dit is een groot verzorgingstehuis.