Nederlands voor de bouw

Lees de tekst en beantwoord de vragen.

Collega: En, ben je blij met je stage bij ons? 

Stagiair: Ja, ik ben echt blij hier te zijn. Werk je hier al lang?

Collega: Twee en een half jaar. Ik vind mijn werkomgeving leuk.

Stagiair: Wat doe je precies?

Collega: Ik ben stukadoor; ik installeer scheidingswanden en verlaagde plafonds. 

Stagiair: O, oké. Hoe kom je hier 's ochtends? 

Collega: Ik woon aan de andere kant van de stad, dus ik kom met de metro. Ik verlaat het huis om 6.00 uur. Ik doe er ongeveer 45 minuten over. En jij? Kom je met het openbaar vervoer?

Stagiair: Nee, ik woon vlakbij. Ik kom te voet. Hoe laat begin je?

Collega: Om 7.00 uur en ik ben klaar om 15.00 uur, van maandag tot zondag. En jij?

Stagiair: Ik werk van dinsdag tot vrijdag, van 9.00 tot 18.00 uur. Wat doe je tijdens je lunchpauze?

Collega: Ik eet meestal met mijn collega's. We eten samen op de bouwplaats.